De geschiedenis van Kok-Ede

Cor Kok vertelt hoe het allemaal begon, en oud-werknemers over hoe het vroeger was, want zij waren er bij

Lees hier een interview uit 1977 met de bijzondere ondernemer Cor Kok die vertelt over zijn achtergrond en zijn beweegredenen

+ 16-11-1923
Ɨ 24-09-2004

Directeur Kok-Ede
van 1949 tot 1981

uit de Verenigde Noordhollandse Dagbladen
Dagblad voor West-Friesland
Zaterdag 12 maart 1977 – Nr. 60

Spanbroeker “maakte” het in Ede

Cor Kok en de droom die uitkwam

door Maarten Leegwater

Cor Kok is trots op wat hij heeft bereikt. Toen hij op 1 mei 1949 in Ede begon heeft hij nooit kunnen bedenken, dat hij nog eens in de Top 3 van de grootste werkgevers in zijn nieuwe woonplaats zou worden. Het puddingpoederfabriekje van weleer is in 1977 uitgegroeid tot een aanzienlijke onderneming, die vlapoeders produceert voor de zuivelindustrie. En die nog steeds allerlei smaken pudding maakt, maar dan uitsluitend in grootverpakkingen, want Kok Ede heeft vooral de levensmiddelenmarkt weten te veroveren in de sector van de grootverbruikers. Het Edese bedrijf is afgestemd op de levering aan zieken-, bejaarden- en kindertehuizen, aan bedrijfskantines en aan grote horeca-ondernemingen. Daar is Kok-Ede met een compleet pakket van eerste levensbehoeften kind aan huis, met name in de keuken.

Cor Kok (53) heeft geen behoefte zijn afkomst te verloochenen. Zijn wieg stond in 1923 in Zandwerven, een klein buurtschap bij Spanbroek, in de gemeente Opmeer in Noord-Holland.

Zijn vader, Ricus Kok had een klein transportbedrijfje. Het gezin telde elf kinderen, die zodra ze van school kwamen, zelf moesten gaan verdienen. Cor Kok was nog geen veertien jaar toen hij naar z’n eerste baas ging. Hij werkte er van ‘s morgens zes tot ‘s avonds zes, voor drie gulden vijftig in de week…

Meester Laan, de hoofdonderwijzer van de Lagere school in Spanbroek, had Cor naar de ULO willen sturen, want hij had drommels goed in de gaten, dat dit knaapje een helder verstand had, maar ‘t zat er niet aan. Cor moest centen verdienen. Zo ging dat veertig jaar geleden.

Cor Kok is dat niet vergeten. Zijn levenshouding werd er mede door bepaald. Van de 360 mensen die bij hem werken kent hij er op z’n minst 250 persoonlijk. Van 80% van de mensen weet hij wanneer ze jarig zijn. Hij zorgt ervoor, dat ze het merken. Cor Kok kan het zo druk niet hebben, maar ‘s morgens om 9 uur drinkt hij koffie met zijn staf – 14 mensen. En op personeelsavonden ontbreekt hij zelden.

Hoe het zo gekomen is? “Een gulden verdienen is niet zo moeilijk, maar een gulden uitgeven, daar moet je mee oppassen. Vroeger zei men bij ons in het dorp, dat een gewonnen gulden ook bij je moest blijven, moest blijven “kleven”.

Ondertussen gaan vandaag de dag in de onderneming miljoenen guldens om aan de voorraad en het debiteurensaldo. Dat was wel anders, toen Cor Kok als jochie van 13 jaar bij de burgemeester De Boer van Obdam werkte, want die was niet alleen burgemeester maar ook tuinder. Toen gaf hij wat hij verdiende aan vader en moeder. Hij kreeg zelf een paar zakcenten en als hij wat extra verdiende mocht hij dat houden.

Met 15 jaar ging Cor Kok de deur uit, voor dag en nacht naar een kruidenier op ‘t Kruis in Heerhugowaard. Het kruideniersvak trok hem onweerstaanbaar. Hij had er zijn hart aan verpand sinds hij vaak had mogen logeren bij de ouders van zijn moeder in ‘t Veld. Wie had er nou een opa, die in grote letters op de ramen had staan: Jan Jong in koloniale en grutterswaren? Opa Jong had dat. Ik was bezeten van die winkel. En er kwamen reizigers, later heette dat vertegenwoordigers, maar mijn opa had het altijd over reizigers, welnu, die maakten op mij een geweldige indruk.”

De kruideniersloopbaan van Cor Kok eindigde bij Pé Jol in Spanbroek. Hij ging van de winkel naar de grossierderij en kwam in dienst van A. Klaver en Zonen, een bedrijf, dat niet alleen in levensmiddelen grossierde, maar ook een puddingfabriek had. Het was toen nog gevestigd in Opmeer, later zou het als Kroon-grossier naar Alkmaar verhuizen. Cor Kok heeft daar acht jaar gewerkt. Hij heeft er veel geleerd en denkt met respect terug aan de gebroeders Klaver.

Maar Cor Kok wilde meer. Hij wilde voor zichzelf beginnen. Het leek hem verstandig dat niet al te dicht bij huis te doen. Hij hield wel van West-Friesland, maar om een zaak op te bouwen waren de verhoudingen op het Westfriese platteland hem wel eens iets te “eigen”. Dus koos hij voor een plaats in het midden van ons land: Ede. Met 3200 gulden op zak kon hij een eigen onderneming stichten, die vandaag de dag een jaaromzet van 125 miljoen gulden genereert.

Cor Kok zou het echter nooit zover hebben kunnen brengen als hij een en ander niet goed georganiseerd had. Want zijn succes is ook te danken aan de mensen waarmee hij zich omringde. “Een mens weet gauw genoeg wat hem goed afgaat, maar wil een ondernemer succes hebben, dan moet hij ook weten welke kwaliteiten hij mist. Daar moet je dan vooral goede medewerkers voor aantrekken, medewerkers met een goede mentaliteit. Mensen die jouw filosofie helpen verwezenlijken met hun kwaliteiten.”

In oktober 1974 kwam minister Fons van der Stee (CDA) het nieuwe bedrijfscomplex van Kok-Ede openen, een investering van twintig miljoen gulden kon de onderneming permitteren. Op het Edese industrieterrein aan de Frankeneng 18 staat een bedrijfscomplex om U tegen te zeggen. Naast kantoren, magazijnen – up to date gemechaniseerd – en een technische centrale is er een versdienstmagazijn met twaalf koelruimten en een puddingfabriek annex verpakkingsafdeling. Verder omvat het complex expeditie- en stallingsruimten voor Kok’s wagenpark. De ongeveer 45 vrachtauto’s zijn herkenbaar aan de kleuren geel en bruin – vanillevla en chocoladepudding…

Indertijd begon Cor Kok met een personeelsbestand van twee jongens van veertien jaar. Voor dag en dauw stond hij in de puddingmakerij. Samen met hen verpakte hij de gemaakte pudding om er nog diezelfde dag mee op pad te gaan.
En na zo’n dag van pudding maken en verkopen moest hij zich daarna tot in de kleine uurtjes bezighouden met zijn administratie, want dat moest natuurlijk ook bijgehouden worden.

Het kantoor is medio 1977 voorzien van de modernste communicatiemiddelen. Ook is er een eigen laboratorium gevestigd, een bedrijfsrestaurant en een personeelswinkel. Daar kunnen de werknemers van Kok-Ede tegen aanzienlijke kortingen hun eigen levensmiddelenpakket kopen. En dan is er ook nog voor de vrije uurtjes een biljartkamer voor het personeel.

Cor Kok weet nog goed, hoe “lastig” het was om in locaties op verschillende plaatsen te moeten werken. Verscheidene jaren was het bedrijf in vieren gedeeld; de puddingpoeder-fabriek stond zelfs in Bennekom, De Hoop genaamd.

Maar het mooiste verhaal – zo vertelt Cor Kok – was die gedenkwaardige dag, dat hij begin jaren vijftig – na winkel in en uit te hebben gesjouwd om pudding te verkopen – het hoofd van de keuken van een sanatorium in Groesbeek tot klant maakte. Daar hadden ze niet een of twee zakjes puddingpoeder nodig, maar veel en veel meer…

Zo ontstond er de verkoop “in het groot”, simpelweg groothandel genoemd. Nu vinden we dat heel gewoon, maar in die tijd was het een unicum. Zo werd de ontwikkeling van Kok-Ede in gang gezet en werd het een bedrijf voor de grootverbruiker. Bijzonder is ook, dat er door de goede levering en prettige contacten, vragen van klanten ontstonden, zo van, “wij kopen graag die puddingpoeder bij jullie, maar kunnen jullie ons ook niet meteen suiker leveren? En eigenlijk hebben we ook grote pakken tomatensoep nodig, of keukendoeken…” enzovoort enzovoort. Zo werd het assortiment “vanzelf” uitgebreid.

Dagelijks distribueert Kok-Ede vandaag de dag 300 ton goederen overal in den lande, foods en non-foods. Dagelijks komt een zelfde hoeveelheid goederen binnen. In het complex in Ede ligt doorgaans een voorraad van 2500 à 3000 ton. Per dag wordt er twaalf ton pudding- en vlapoeder geproduceerd. Het goederenpakket omvat zo’n 4500 artikelen, van afwasmiddelen tot borstelwaren, van plastic bekertjes tot kattenbrokken, van gloeilampen tot kantoorbenodigdheden en van visvoer tot dieetartikelen. Zo kwam het, dat Cor Kok een heel grote kruidenier is geworden, waar 360 mensen hun brood verdienen.

In 1970 vond Cor Kok de tijd gekomen dat hij zijn onderneming, inmiddels omgevormd tot een NV, veilig ging stellen voor de toekomst. Het aandelenpakket werd overgedaan aan de Nationale coöperatieve aan- en verkoopvereniging voor land- en tuinbouw Cebeco-Handelsraad. Van hieruit werd het bedrijf ingebracht in de Houdstermaatschappij Groenhoven BV te Utrecht, waar de aandeelhouders worden gevormd door een zevental landbouwcoöperaties. De Noordhollandse zuivelreus Noord-Holland is er daar één van.

In het kantoor van Cor Kok is een speciale hoek ingericht voor een unieke collectie spulletjes, die afkomstig zijn uit een ouderwetse kruidenierswinkel. Hij heeft dat in de loop der jaren verzameld. Sommige gebruiksvoorwerpen zijn door hun authenticiteit zeer bijzonder, zoals de eierschaal, de koffiemolen, een koperen schep en een ouderwetse koperen weegschaal.

Cor Kok kijkt op z’n horloge. Zo meteen krijgt hij iemand met wat problemen op bezoek. Hij stelt er een eer in als hij helpen kan. Onder zijn mensen is natuurlijk ook wel eens wat aan de hand. Hij volgt bij voorkeur de informele weg om plooien glad te strijken. “We hebben een bloeiende visclub en ik zal u vertellen, dat daar onder een pilsje menig probleem de wereld uit wordt geholpen”.

Vijf jaar later neemt Cor Kok afscheid van Kok Ede

Om trots op te zijn

6 september 1988

Foto: Cord Otting